Berichten

3 september 2024

“Koffie om mee te nemen of hier drinken?” Heel belangrijk, want als we de koffie hier drinken krijgen we een echte mok in plaats van een kartonnen beker. In het Lotto-, speelgoed-, tijdschriften-, frisdrank- en koffiewinkeltje nemen we plaats op de twee barkrukken die in een hoekje staan gepropt. Als we willen mogen we ook buiten op de trap gaan zitten, of even verderop op een bankje in het speeltuintje. “Hier drinken” is hier een heel ruim begrip, zolang de mokken binnen de bebouwde kom blijven telt het niet als meenemen.

En soms wordt een dag fietsen per ongeluk langer dan gepland. Voor een kampeerplaats steken we bij Wittenberge de lange spoorbrug over. Jammer genoeg ziet het veld bij de haven er niet echt aantrekkelijk uit voor ons, het is vooral een camperplaats. Dan nog maar even door naar de volgende camping die verderop weer aan de andere kant ligt. Als we met het pontje gaan kunnen we onderweg in het dorp nog inkopen doen. Helaas, bij gebrek aan personeel is dit pontje uit de vaart.

Opnieuw worden er wat kilometers aangeknoopt, door naar het volgende pontje, dat gelukkig nog wel vaart. Het dorp en de inkopen kunnen we wel vergeten want dat zijn we nu al voorbij. We hebben altijd een ‘noodrantsoen’ bij ons onder in een van de tassen maar aan het einde van een lange dag fietsen kiezen we voor pizza van de camping. Omdat we alleen contant kunnen betalen blijft er precies één euro en vijftig cent over. Niet genoeg om de volgende dag het pontje terug te nemen dat maar liefst twee euro kost. Er is geen geldautomaat in de directe omgeving dus de koffie zal ook even moeten wachten.

‘Ruhetag’, geen bakker of de bakker is net op vakantie, open vanaf elf uur of nog liever twaalf uur, dat past niet in het ritme van het Fietsvirus.

Vaak vinden we een geopende deur en dan gebruiken we de tactiek om met fietshelm op binnen te lopen met de vraag of ze al geopend zijn. Eerst krijgen we een “Nee, we zijn nog gesloten”, vervolgens een “Wat zouden jullie willen?” Twee mokken koffie, dat blijkt dan nog wel te lukken om met een druk op de knop het koffiezetapparaat aan het werk te krijgen, al gaat er soms eerst nog een diepe zucht aan vooraf.

Ondertussen beginnen de slaapmatjes op te raken. Telkens zijn er lichte explosies wanneer we tijdens de nachtrust de luchtdruk verplaatsen wanneer we een keer draaien. Zo verdwijnt er weer een stukje naad. De meeste lucht verdwijnt in de luchtbel terwijl wij steeds dichter op de grond komen te liggen. We hebben de keus met de voeten omhoog slapen of de matjes omkeren en de luchtbel als hoofdkussen te gebruiken. Dat laatste is geen succes want het is een erg hard hoofdkussen wat absoluut niet meegeeft.

In Hamburg gaan we op jacht naar nieuwe slaapmatjes. We banen ons een weg door de stad op zoek naar Decathlon. Ondertussen wordt er een strategie bedacht hoe we de fietsen met bagage parkeren in die drukke stad waar je eigenlijk liever niets onbeheerd achter laat. Bij een eettent naast Decathlon krijgen twee mannen net hun eten voorgeschoteld. Lilian waagt het erop: “Willen jullie een oogje in het zeil houden terwijl wij in de winkel zijn, het duurt niet lang”. Dat willen ze met alle plezier doen, terwijl Lilian wegloopt en nog even omdraait is een van de twee druk aan het bellen. Hij is toch zeker niet een maatje aan het bellen met de boodschap, “Wat ik nu toch meemaak, zo’n oud wijffie op de fiets die denkt dat iemand geïnteresseerd zou kunnen zijn in twee stoffige fietsen met een hoop rommel erop” òf “Ik heb hier twee goede fietsen staan met nog wat mooi spul erop, als je snel bent is het handeltje voor jou”. We gaan maar van de eerste gedachte uit.

Veel keus is er niet meer aan het einde van het seizoen, maar wij zijn blij met de twee lichtste, kortste en goedkoopste matjes die er nog zijn.

Twee nieuwe slaapmatjes rijker, stappen we naar buiten waar de fietsen nog steeds staan. Met een zwaai en dikke duim groeten we elkaar nog en dan gooien wij ons weer in de Hamburgse verkeersdrukte op zoek naar het hotel waar we overnachten. Onderweg zien we bekende dingen terug van ons bezoek aan Hamburg in 2015.

Opnieuw een hotel in een zijstraat van de Reeperbahn, hotel St Joseph klinkt wat misplaatst in deze buurt. Maar de fietsen krijgen een veilige plek in de parkeergarage van het hotel en wij een veilige, rustige kamer aan het binnenplein. In de vroege avonduurtjes gaan we op pad om wat te eten en hoe kan het iets anders zijn dan een hamburger.

De vele souvenirswinkels en zaken met creatieve speeltjes voor volwassenen zijn niet aan ons besteed. Omgekeerd wordt er ook geen enkele moeite gedaan om ons binnen te lokken bij de animatieshows voor volwassenen. Het enige waar we voor vallen en waar we voor uitgenodigd worden is de bar met alle drankjes voor een prijs. Bier blijft bier maar de Aperol Spritz is vooral Spritz met ijsklonten, de winst moet ergens worden gehaald.

Wij duiken op tijd ons bed in en laten het nachtleven graag over aan anderen. We kunnen nog meegenieten van het rumoer van muziek en stemmen die door de poort de binnenplaats op stromen. Ach dat hoort er nu eenmaal bij wanneer je in deze wijk, St. Paul, overnacht. Alleen mag het proppertje dat om de paar minuten voorbijgangers aanmoedigt om vooral binnen te komen een paar meter opschuiven. Wat een verschil met de stille nachten op de campings. Daarentegen worden we wakker van de stilte terwijl we andere ochtenden gewekt werden door het getater van kraanvogels.

We hebben drieëntwintig kilometer nodig om Hamburg uit te komen voordat we weer in alle rust verder kunnen fietsen. We maken een ommetje over Itzehoe waar we zijn uitgenodigd door Michael en zijn vrouw Brunhild. Michael hebben we op onze route naar de Noordkaap ontmoet. We worden gastvrij ontvangen met Kaffee en viel Kuchen. Michael en Brunhild leggen ons behoorlijk in de watten en heerlijk uitgerust gaan we de volgende dag na een hartelijk afscheid weer verder. Volgende keer ontvangen we hen graag in Uden!

En dan komen we aan in Cuxhaven waar de Elbe in de Noordzee uitkomt. Hier gaat de Elberadweg naadloos over in de Weserradweg en Nordseeradweg. Het voelt een béétje als het einde van de wereld want andere keuzes zij er niet. We volgen de zeedijk aan de landzijde en wisselen dat af met de zeezijde.

Het landschap doet ons aan de waddeneilanden denken. In Bremerhaven staan we voor de keus: volgen we de Weser verder of de Noordzeekust?