Het einde van een week vakantie, bank holiday, in Groot Brittannië waarin ook het platina jubileum van koningin Elisabeth werd gevierd. Behalve slingers en de nationale vlaggen in de dorpen, steden en op campingplaatsen maken we weinig mee van de feestelijkheden. De parades en ceremonies gaan aan ons voorbij. Wel worden we getrakteerd op royale prijzen in deze hoogseizoenweek, af en toe een milde regenbui, maar vooral veel hoogtemeters en steile hellingen.

Fietsend door het rustige Cotswold genieten we van de mooie valleien en kleine stille cottagedorpjes met bijbehorende tuinen.


We komen op een bio-camping terecht met een geweldig uitzicht op een geweldig groot terrein. Op het bio-composttoilet kan een vrije val worden gemaakt van twee meter, de bio-douche doet qua temperatuur niet onder voor de regendouche maar het blijft een mooie plek!


Als we Hay on Wye binnen fietsen zijn we ook meteen in Wales. Het stadje staat bekend om de vele boekwinkels en daar komt deze week nog een groot boekenfestival bovenop. Tussen de grote parkeerterreinen, tijdelijke campings en glampings zoeken wij een gewone camping op. Struikel je in Hay on Wye over de boeken, wij struikelen over het Welsh. Het lijkt wel of de bewoners van Wales hun best doen om zo veel mogelijk medeklinkers te gebruiken in hun taal. Zelfs het spreken gebeurt zonder klinkers. Als we niet opletten breken we onze tong over onmogelijk uit te spreken plaatsnamen als Penrhyndeudraeth, Abergwynant, Llanidloes om er maar een paar te noemen.



Wanneer we de pedalen echt niet meer rond kunnen krijgen dwingen de hellingen ons om af te stappen. Er zit dan niets anders op om de fietsen met bagage omhoog te duwen wat veel vermoeiender is dan fietsen. Regelmatig puffen we uit om uiteindelijk opgelucht en buiten adem op de top te komen. Helemaal leeg waarbij het laatste restje energie uit onze benen naar onze tenen stroomt kan de afdaling beginnen en hebben even tijd om ons weer op te laden.
Onderweg spreken we twee Engelse fietsers die ons aanraden om een stuk verder op onze route de doorgaande weg te volgen, die redelijk vlak is, in plaats van de aangegeven fietsroute over een pas. Dat is een mooie weg maar ook verschrikkelijk steil. We knopen het in onze oren maar de medeklinkers blijven niet hangen met als gevolg dat we alsnog op de steile maar mooie smalle weg terecht komen. Het valt niet mee om de moed erin te houden. Gelukkig helpt de humor van een eenzame bewoner het humeur weer op te krikken. Een klein, kaal, driftig hondje komt stoer keffend op ons af maar haakt al af voordat we goed en wel voorbij zijn. “I don’t understand, it should be a crossing between a Dobermann Pincher and a Rottweiler!” Met een glimlach sjokken we verder …

We komen bij de Ierse Zee aan de kust in Wales waar we hopen op vlakkere wegen ook al zijn onze benen het klimmen, lopen, duwen van de afgelopen dagen al weer vergeten. Mentaal zien we letterlijk als een berg op tegen de eerste beste helling die voor ons opdoemt. Die uitdaging laten we nu even links liggen en we besluiten de hoofdweg te volgen die een stuk vlakker is en gelukkig niet druk. Totdat we in Penrhyndeudraeth een afslag over het hoofd zien en prompt weer mogen afstappen. De helling is deze keer te overzien en uiteindelijk pakt het beter uit als we op een doorsteek door Snowdonia terecht komen. Klimmen, jazeker zolang we maar op het zadel kunnen blijven zitten en de trappers soepel rond kunnen blijven draaien. Door de bewolking is de top van de Snowdon, de hoogste berg van Wales, niet zichtbaar maar dat maakt de omgeving niet minder imponerend.

Het is een grijze bewolkte kille zondag met af en toe regen. Reden genoeg om te lunchen in een knusse tearoom. De eigenaren, hij Nederlands, zij Engels, zetten ons een heerlijke uitsmijter voor met een grote pot thee. Hij tipt ons nog over een fietsroute over een oude spoorlijn naar Caernafon. Omdat het nog steeds grijs, bewolkt en kil is als we daar aankomen zoeken we een warme kamer op.

Na een stevig Engels ontbijt stappen we weer op de fiets. Voor de koffie maken we een stop in Llanfairpwyllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. Probeer dat maar eens uit te spreken zonder te haperen. Ondanks de indrukwekkende naam met maar liefst achtenvijftig karakters is het een weinig indrukwekkende plaats.

De harde wind is weg en de heuvels op Angelsey zijn mild voor ons. Na de nodige beproevingen vliegen we nu over kleine, smalle wegen. “Hier een boterham?” als we voorbij een bankje komen of … door naar Holyhead, misschien halen we dan vandaag de boot naar Ierland nog.
We trappen vlot door, om kwart over twee staan we in de terminal in de haven van Holyhead. Achter ons wordt de kassa gesloten, de fietsen worden in de bagagekar geladen en wij stappen als laatsten in de bus voor voetpassagiers. Om half drie zitten we op een bankje aan boord met onze boterhammen.
Na een paar uur varen komt Ierland in zicht en wat zien we? Bergen!!!
