
Het voelt nu een beetje ongemakkelijk om over onze tocht en klein fietsersleed te vertellen, wetende dat er in Oekraïne een veel groter leed speelt …
Ook in Spanje is Oekraïne dagelijks nieuws en houdt het de mensen bezig, onderweg zien we grote en kleine gebaren van solidariteit. We beseffen weer eens goed wat het betekent om in alle vrijheid en in vrede rond te reizen …
De lente lijkt na León weer ver weg. Geen bloesem aan de bomen, geen voorjaarsbloeiers in de bermen en wij trekken weer extra laagjes kleding aan om warm te blijven. De ochtenden zijn nog koud, om acht uur is het op de verschillende dagen tussen de min een en min zes graden.
Rustige, golvende, en vlakke wegen met uitzicht op besneeuwde bergtoppen in de verte. Naast wandelaars komen we nu ook met enige regelmaat fietsers tegen onderweg naar Santiago de Compostella of verder.

Boven ons in de lucht krijgen we gezelschap van buizerden, torenvalken, wouwen, vale gieren en een slangenarend. Tussen de wijnranken ontdekken we een groepje hoppen.

De kleine dorpen liggen er stil en verlaten bij, hetzelfde geldt voor de wegen, we vragen ons af waar alle Spanjaarden zijn. Behalve de bakker die ons vier keer voorbij komt is er geen verkeer.
In een van die kleine dorpen vinden we een herberg om te overnachten. De herberg is open maar vandaag wordt er niet gekookt want het is zondag, familiedag en de twee kleinkinderen zijn op bezoek. We kunnen de magnetron in de keuken van de herberg gebruiken om iets klaar te maken. José, de eigenaar spreekt alleen Spaans maar hij herhaalt alles wel tien keer zodat we op een gegeven moment wel moeten begrijpen wat hij zegt. Tussen het woonhuis en de herberg hebben José en zijn vrouw Blanca nog een kleine supermarkt. De deur wordt voor ons geopend zodat wij een magnetron-maaltijd kunnen kopen en wat we nog meer nodig hebben. “Blanca, la mujer” wordt erbij geroepen als José het pinapparaat niet aan de praat krijgt. Blanca komt hoofdschuddend uit de keuken van het woonhuis en geduldig legt ze José uit wat te doen. Waarschijnlijk niet de eerste keer …
Wij zijn de enige gasten, de fietsen staan in de garage, de kachel in de keuken brandt, we hebben eten en een bed maar oh, wat is het koud. De temperatuur binnen voelt hetzelfde als buiten. Na een heerlijk warme douche is het de kunst om je zo snel mogelijk af te drogen en aan te kleden voordat je het weer koud krijgt.
Na het eten kruipen we met lange fietsbroek en thermoshirt aan onder een laag van vier dikke dekens die lekker zwaar op ons drukken. Een keer omdraaien kost wat extra moeite maar het is warm. ’s Morgens is het min drie graden, we verlaten de koude herberg met warme herinneringen aan de vriendelijke José en Blanca.
Vanavond zoeken we wel een warme kamer!



De overnachtingen in pelgrimshergen roepen bij ons herinneringen op aan de hutten van wandeltochten in de bergen. Aan het eind van de middag stroomt de herberg vol met wandelaars richting Santiago. Wij zijn met onze fietsen en reizend in tegengestelde richting een uitzondering. Met wandelaars van diverse nationaliteiten (Braziliaans, Duits, Italiaans, Koreaans, Spaans) delen we een slaapzaal. Een van de Brazilianen is de hele nacht in de weer om met een zware kettingzaag een aantal hectaren tropisch regenwoud om te zagen.
De volgende ochtend stroomt de herberg al weer vroeg leeg, met een “Bon camino” nemen we afscheid van de wandelaars.


Langzaam maar zeker wordt het weer warmer en zien we al weer meer planten in bloei. De kou heeft plaats gemaakt voor regenbuien en wind.
Bij een fietsenmaker halen we verse lucht voor onze banden en krijgen we op de valreep een chocoladekoek in de hand gedrukt voor onderweg. Helaas is de volgende ochtend door een miniscuul gaatje de verse lucht uit de voorband van Ties ontsnapt.



Na de flinke tegenwind van de laatste dagen (25 tot 30 km/h oftewel 4 tot 5 Beaufort) kiezen we nu even voor het gemak: de kortste weg, iets meer klimmen maar tegelijk iets minder wind, in ieder geval niet recht van voren. In Pamplona nemen we een dag de tijd voor wat rust. We oriënteren ons waar we de Pyreneeën over kunnen fietsen en laten een wasmachine en droger werken aan onze was. Bij de vorige wasbeurt is de trui van Ties twee maten kleiner geworden. Gelukkig past hij nog net maar dan moet de trui deze keer niet verder krimpen.


