18 februari 2022

Terug naar de kust. Welke route we nemen zien we wel wanneer we in Santa Comba Dao zijn. Daar wordt de keuze al voor ons gemaakt omdat de twee bruggen over de Dao niet toegankelijk zijn voor fietsers. Het wordt een fietspad naar Viseu over een voormalige spoorlijn. Met een mooi groot bord worden we naar het station geleid waar het fietspad zou beginnen. Op het pleintje voor het station is echter niets te zien wat ook maar een klein beetje op een fietspad lijkt. Zoekend kijken we om ons heen en horen dan achter ons roepen. Vanuit twee verschillende auto’s krijgen we aanwijzingen hoe we verder moeten. Over een smal paadje het perron op, honderd meter over het perron fietsen en dan een smal pad over een steil talud naar beneden, honderd meter over een zandpad en … dan ligt er plots een fantastisch mooi nieuw fietspad! Bijna zestig kilometer lang kunnen we vooruit over de oude spoorlijn door een mooi gebied.
Het fietspad stopt voor de deur van het hostel waar we overnachten. Daar staan fietsers die net voor ons zijn gearriveerd, vier Engelsen op de fiets en met de nodige dosis Engelse humor zit de stemming er al goed in.

Terug naar de kust maar welk route nemen we? De routeplanner geeft stukken over de snelweg aan maar dat lijkt ons geen goed plan. Een van de Engelse fietsers heeft een alternatief maar dan gaan we weer terug naar waar we een dag eerder zijn begonnen, dat was mooi maar hoeft ook weer niet een tweede keer.
We passen onze route aan zonder snelweg, het wordt een dag met klimmen en dalen.

Sinds lange tijd maken we ochtendmist mee en onderweg voelen we de eerste regendruppels na tweeënhalve maand. Wij genieten van het zonnige weer maar de Portugezen snakken ondertussen naar water. In het hele land is het veel te droog voor de tijd van het jaar. De miezerbui van tien minuten zal daar geen oplossing voor zijn.

De volgende dag is de regen iets serieuzer. We maken er een korte rit van om Aveiro te bekijken. De kanalen met de boten in Aveiro doen een klein beetje aan Venetië denken. Zij het met veel minder kanalen en veel minder boten. Vroeger werden de boten gebruikt om zeewier uit het water te halen tegenwoordig doen ze dienst om toeristen binnen te halen voor een rondvaart.
Na een wandeling door het compacte centrum lopen we terug door de koude regen op weg naar een warme douche.

We komen door kleine vissersplaatsen en zien vissers aan het werk. De concurrentie, de flamingo’s, is ook druk in de weer.

Terug aan de kust met de Atlantische Oceaan en zijn altijd weer indrukwekkende golven. Over een mooi rood fietspad dat als een rode loper voor ons lijkt te zijn uitgerold gaan we richting Porto. Af en toe wordt het een houten brug door de duinen
Maar hoe komen we aan de overkant? Het pontje dat er zou liggen is nergens te bekennen, bij navraag blijkt het niet meer te varen. Dat betekent nog wat extra kilometers om over de brug naar de overkant te komen. De soms zeer steile straten van Porto zijn de laatste loodjes van de dag. Het is druk in de straten met auto’s en voetgangers. Omhoog lopend en duwend, slalommen we tussen hen door.
Het wordt inmiddels donker en ook de omgeving wordt donkerder, waar komen we nu weer terecht …
Nu we toch als pelgrim naar Santiago de Compostella onderweg zijn hebben we voor een pelgrimsherberg gekozen. De herberg voelt als een warm nest waar we gastvrij en enthousiast worden ontvangen door Salvatore en Francesca uit Italië die er als vrijwilliger werken. Hoewel het een rustige periode is met pelgrims zijn er toch een handjevol gasten. Onze aardige Mexicaan met zijn warme muts en zijn knuffel zullen we niet snel vergeten.
Na zoveel duizenden kilometers lijkt het vanaf Porto niet eens zo ver meer naar Santiago de Compostella. Maar eerst een paar dagen Porto! De volgende dag bij daglicht ziet de omgeving er gelukkig beter uit ondanks de verschillende leegstaande woningen.

Ook in Porto lopen we weer heel wat af in twee dagen, de stappenteller tikt tweeënveertigduizend stappen aan. We struikelen over de kerken bekleedt met tegeltjes, zogenaamde azuljos. De stapppenteller tikt flink door als we op zoek gaan naar een hulpstuk om de boekenkast op de E-reader van Lilian weer te vullen. Ver buiten het centrum vinden we een electronicazaak waar we de laatste uit het rek plukken. Door de miezerregen lopen we terug naar het centrum terwijl we onderweg speuren naar muurschilderingen.

We hebben het er over dat we in al die maanden nog geen bekenden zijn tegengekomen, behalve fietser Stef die we in Denemarken hebben ontmoet en half Europa verder opnieuw in Griekenland tegen komen.

Dan horen we vanaf een terras een enthousiast “Hello!” Wij moeten even schakelen, wie zijn die twee mannen? Ah, de Engelsen uit Viseu, maar nu twee van de vier en in gewone kleding! We sluiten aan voor een kop koffie en delen wat ervaringen. Morgen vliegen zij terug naar Engeland en wij fietsen verder richting Santiago met een goed gevulde boekenkast.

Geen twijfel mogelijk, onze laatste dag in Portugal wordt een dag met regenpakken aan. De zuidenwind die was voorspeld is veranderd in noordenwind. Ondanks de regen en tegenwind kunnen we genieten, bijna zestig kilometer lang rijden we over een fietspad. Tussen de buien door eten we ons brood langs de oever van de Mino, de grensrivier van Portugal met Spanje.

We nemen afscheid van Portugal, wat hebben we genoten van de Portugese zon, de vele vogels en de fantastische kust. De fijne fietspaden die plotseling beginnen en net zo onverwacht kunnen eindigen. We gaan de ‘pastel de nata’ missen maar ook de vriendelijke Portugezen en de vele tegeltjes (azuljos).

Tegeltje, tegeltje aan de wand,

wie is de mooiste van het hele land? ‘