9 januari 2022

Vanuit Albacete fietsen we trage kilometers omhoog over vals plat. Het voelt alsof er stroop aan de banden kleeft. Langzaam maar zeker komen de bergen in zicht.

Rollend van de ene Sierra naar de andere Sierra trappen we heel wat hoogtemeters weg.
Honderden kilometers door stille berglandschappen waar we slechts een handjevol wandelaars tegenkomen. Af en toe zien we kleine groepen herten staan voordat ze er weer schichtig vandoor gaan en opgaan in de begroeiing. Met regelmaat kunnen we groepen vale gieren langer bewonderen die traag door de lucht te zeilen. Tenminste, het lijkt traag want wanneer je ze probeert vast te leggen ervaar je pas de snelheid waarmee ze door de lucht zweven. Op de grond zien we veel wroetsporen van wilde zwijnen, slechts eentje waagt het om voor ons de weg over te steken.

In het lege verlaten landschap komen we af en toe een dorp tegen waar het al net zo verlaten is. Het is puzzelen met de afstanden om een slaapplaats te regelen nu in het winterseizoen bijna alles is gesloten. We willen ook niet al te veel van onze benen eisen dus de hoogtemeters spelen ook een grote rol bij de afstand van de dag.
De ene keer vinden we via internet een adres en soms op goed geluk. In Cortijos Nuevos komen we net voor vier uur aan bij de bar die in het dorp kamers verhuurt. Als wij de luiken van de kamer openen zien we aan de overkant de luiken van de bar sluiten. We hebben weer een bed en eten kunnen we bij de bar van de buren.
Daar is het ’s avonds een gezellige drukte met de plaatselijke bewoners. Jong, oud, op weg naar huis even binnenvallen voor een drankje, of langer blijven voor meer drankjes … Wij hoeven alleen maar te kijken terwijl we eten.

Zoveel geluk hebben we een paar dagen later niet. Het is onduidelijk of het hostal of de bar die kamers aanbiedt wel geopend zijn daarom besluiten we vanaf het eerstvolgende dorp te vragen naar de mogelijkheden. Als een Jozef en Maria vragen we iedere keer bij bij plaatselijke bar of we ergens kunnen overnachten in het dorp. Drie dorpen verder en met een aantal hoogtemeters in het vooruitzicht zit er niets anders op om door te fietsen. Uiteindelijk worden het dertig kilometer verder dan gepland voordat we ergens terecht kunnen. Het laatste stuk naar Granada wordt zo wel steeds korter! We zijn ondertussen in de streek waar veel grotwoningen zijn te vinden. Het adres waar we terecht kunnen blijkt ook een grotwoning te zijn. We worden gastvrij ontvangen en krijgen een fles zelfgemaakte wijn cadeau die we ons ’s avonds goed laten smaken.

De volgende ochtend nemen we de tijd want Granada is immers dichterbij. Een dun laagje ijs op de zadels en fietstassen laat zien dat het ’s nachts weer koud is geweest en we trekken de nodige laagjes kleding aan. Bergop kan er wel een laag vanaf maar op de top voor de afdaling gaan jassen, mutsen en handschoenen weer aan. Aan de rand van de Sierra Nevada vinden we het hoog en koud genoeg en we houden de besneeuwde toppen graag op afstand om van te genieten.


Over een vlak pad langs de rivier komen we Granada binnen. Hier blijven we een paar dagen die we benutten om onze fietskleren te wassen, het Alhambra te bezoeken en onze benen wat rust te gunnen.