Waar we overnachten? Niet te hoog, te ver, in het centrum of juist niet, soms dichtbij een treinstation als we gaan treinen. In Palermo zoeken we een plek dichtbij de haven om gemakkelijk bij de veerboot naar Sardinië te komen. Ons oog valt op een b&b met een tuinterras, dat is mooi dan kunnen we daar onze fietsen parkeren.
Het is even slikken als de b&b op de zesde verdieping van een woonblok blijkt te zijn en het tuinterras een dakterras is. Honderdtwintig treden op met twee fietsen vinden we iets te veel van het goede. De lift is te klein en de ruime entreehal blijkt niet veilig vanwege een kritische medebewoner. Ties wordt een klein beetje chagrijnig terwijl onze gastvrouw probeert binnen haar sociale netwerk wat te regelen. Zondagmorgen om zeven uur hebben we de fietsen weer nodig om op tijd in de haven te zijn. Zondagmorgen zeven uur is helaas voor iedereen te vroeg.
Er is een parkeergarage om de hoek en uiteindelijk besluiten we daar de fietsen twee dagen te parkeren. We vragen nog een paar keer nadrukkelijk na bij ’t mannetje of de garage zondagochtend zeker om zeven uur geopend is.

Na een dagje Palermo staan we zondagochtend om zeven uur voor een gesloten garagedeur. Gloeiende, gloeiende, gloeiende!!! Er hangt een briefje met een telefoonnummer dat we bellen: “Il garage apre alle otto”. “Nee, om zeven uur is afgesproken!!!” Na een “si, otto – no, sette” gesprek belooft hij snel te komen. En warempel ’t mannetje is er na vijf minuten, dat is een meevaller. Met de fietsen gaan we terug naar de b&b om de bagage op te halen en dan door naar de haven. Ondertussen hebben we een berichtje gekregen dat de boot een uur later vertrekt, dat geeft weer lucht.
Tijdens het wachten ontvangen we een tweede bericht dat er nog een half uur bijkomt, de boot vertrekt uiteindelijk pas om half elf in plaats van negen uur. Hadden we dat maar eerder geweten!!!



Van het mooi Sicilië met de warme zonnige dagen, de zoete cannoli en hartige arancini, varen we naar Sardinië.
Een dag op de boot, een dag op zee, een onstuimige zee maar we houden ons goed. Totdat we ’s avonds een hapje eten in het restaurant voor op het schip waar de deining het hevigst te voelen is. Ties wordt overvallen door een milde vorm van zeeziekte maar brengt het er uiteindelijk goed vanaf.
De boottocht lijkt eindeloos te duren, zitten we wel op de goede boot, dadelijk komen we nog in Genua uit!
Na een lange dag die voor ons om zes uur ’s morgens begon in Palermo op Sicilie komen we om half twaalf ’s nachts een beetje brak aan bij de b&b in Cagliari op Sardinie. Nog een trap te gaan met de fietsen en dan zit de dag erop.


Het is even wennen aan het weer, Sardinië ligt tenslotte noordelijker dan Sicilië en dat is meteen merkbaar aan de temperatuur. We moeten het vandaag doen met zes graden, regen en hagel. Alle regenkleding wordt na lange tijd weer eens uit de tassen opgediept. Eenmaal op gang weten we al niet meer beter en fietsen gewoon lekker door na alle prikkels van de stad en een dag schommelen op zee.
Het is nog en hele klus om uit het web van drukke wegen Cagliari uit te komen. We duiken een McDonalds in om met koffie even droog te overleggen over een plan. We zien geen andere uitweg dan over een snelweg, wat geen echte snelweg is, snel weg te komen uit de stad. Zodra het kan draaien we af naar rustigere wegen.

Het natte, koude welkom is de volgende dag al veranderd in een droge, zonnige dag. We hebben een korte tocht gepland maar dan krijgen we een berichtje dat ‘de medewerkster een probleem heeft’ zodat we pas om kwart over zes terecht kunnen in het appartement.
Dan hebben wij een probleem, om vijf uur is het donker en wat doen we in die tijd. We proberen nog om het naar voren te schuiven zonder resultaat. Dan maar een paar tandjes langzamer fietsen, gelukkig hebben we ook nog de wind tegen zodat we lekker langzaam gaan. Desondanks staan we om vier uur in Arborea en zoeken een bar op waar we de tijd vol maken met thee en tosti. De laatste minuten wachten we af bij de poort van het appartement totdat de medewerkster komt en ons binnen laat. Lilian blijft peinzen over wat het probleem zou zijn geweest maar helaas spreekt de medewerkster alleen ratelend Italiaans alsof wij alles begrijpen.


Zes maanden en 11000 fietskilometers hebben we er inmiddels op zitten en we hebben er nog geen genoeg van. Sterker, het smaakt nog steeds naar meer!