Verlaten appartementsgebouwen, gesloten horeca, rustige boulevards en stille stranden komen aan ons voorbij. Nu heerlijk rustig maar we moeten er niet aan denken om hier in het hoogseizoen te zijn. Af en toe gaan we van de kust af en fietsen tussen lavendel, tijm, heide en de Spaanse olijven.


We komen onderweg weer fietsers tegen: twee ligfietsmobielen die ons tegemoet komen, een lichtgewicht solo fietser en een Nederlandse fietsster. We stoppen voor een praatje, het is haar eerste fietsvakantie en dan meteen heel stoer vier weken alleen door Spanje! Het fietsvirus heeft haar nu al te pakken.
Later ontmoeten we Magda en Dawid uit Polen die in oktober vanuit Nederland zijn vertrokken en op weg zijn naar Canada! Wie weet kruisen onze wegen nog een keer want eerst gaan ze nog naar Gibraltar.

In Amposta blijven we een paar dagen om vanuit daar door de L’ Ebrodelta te fietsen en een dag te nietsen. We zien grote- en kleine zilverreigers, blauwe reigers, kiekendieven, koereigers, ijsvogeltje, enkele achtergebleven flamingo’s.
Voor de vogelaars onder de lezers: we zagen een purperkoet en een voorbij vliegende ralreiger die we eerst niet herkenden met zijn spierwitte vleugels en donkere lijf.


Met genoeg eten in de bagage maken we een ommetje door de bergen naar Valencia. Even weg van de kust maar vooral even weg van de appartementen en opeenvolgende badplaatsen.
We hebben ‘Via Verda’ routes gevonden, fietswegen in Spanje die vooral over oude spoorlijnen gaan. Langzaam stijgend fietsen we over een oude spoorlijn de bergen in. Na Tortosa komen we niemand meer tegen en bij een voormalig station is onze laatste kans op koffie. De twee broodjes die op een tafel klaar staan willen wij ook wel. De chef bedenkt zich geen moment en schuift ze naar ons door zodra we zitten: “Rapido!”
Langs de Ebro schijnt de zon nog, dan buigen we af van de rivier en hoe we verder we de bergen in fietsen hoe meer we in de bewolking komen. Zolang we in beweging blijven is het warm genoeg met alle laagjes die we aan hebben. Zodra we even stil staan koelen we snel af, dus door! Maar oh, wat een prachtige omgeving!!!
We komen door vele korte en lange tunnels die soms verlicht zijn maar soms ook niet. Als een tunnel lang en donker is, is het ook echt donker, zelfs met onze fietsverlichting.






Uiteindelijk wordt het later in de middag mistig maar dan zitten we al in Arnes binnen op de bank met thee en zelfgebakken koek van onze gastvrouw.
Om in Arnes te komen hebben we de spoorlijn verlaten en fietsen we de laatste vijf kilometer over een bospad dat uitkomt op een akker vervolgens over een pad steil naar beneden gaat door een riviertje om vervolgens weer omhoog te klimmen.
De volgende ochtend is het nog steeds mistig en met één graad celcius tijd voor warmere handschoenen en mutsen. Als om twaalf uur de zon de overhand krijgt voelen we de zweetdruppels een weg naar beneden zoeken. Wij ploeteren ondertussen een tien kilometer omhoog, omhoog, omhoog tot 1249 meter boven zeeniveau. Ons afvragend wanneer de laatste bocht ook echt de laatste bocht is.

De route door de bergen gaat niet over rozen maar opgeven is geen optie want er is gewoon niets. We overwinnen onszelf en de hoogtemeters, genieten van het landschap, de uitzichten, de rust en af en toe lassen we een wandeling in. Uiteindelijk komen we er toch wel en met een warme douche spoelen we de vermoeidheid en de kou van een allerlaatste lange afdaling van ons af.
De bonen blijven in de fietstas en worden ingeruild voor een heerlijke maaltijd ter gelegenheid van onze tweehonderdste fietsdag.


