Vanuit Napels bezoeken we met de metro het oude Pompei dat in de buurt ligt. Pompei, een Romeinse stad met Griekse fundamenten, die in 79 voor Christus is getroffen door een vulkaanuitbarsting van de Vesuvius. Drie dagen na de uitbarsting werd de stad bedolven onder een acht meter dikke aslaag. Inmiddels is tweederde blootgelegd maar het laatste deel ligt nog steeds verborgen onder de dikke laag as.
We maken gebruik van een gids en dat is geen overbodige luxe want het complex is ongelofelijk, indrukwekkend groot. Na een halve dag hebben we nog maar een fractie gezien maar in ieder geval wel een indruk gekregen.



Nog een laatste dag Napels. Na onze koudwatervrees bij aankomst durven we ons inmiddels onder te dompelen in de chaos. Er is nog genoeg te zien maar met fiets en bagage is dat niet echt ideaal. Het autoverkeer is geen probleem want dat staat vaker stil dan dat het rijdt, soms komen we lopend sneller vooruit. Nee, de links, rechts rakelings voorbij razende scooters maken het lastiger naast al het glas op de straten en het eenrichtingsverkeer. De smalle, drukke straatjes kunnen we fietsend sowieso vergeten.



Na ons afscheid van Napels hebben weer een nacht op een boot doorgebracht en gonst de stad nog na in onze hoofden als we op Sicilië aankomen.
Het is vroeg en Palermo slaapt nog wanneer wij wakker worden bij een eerste kop koffie. We zoeken de rust buiten de stad op, fietsend over echte fietspaden en busbanen die met fietsers worden gedeeld.


In een slakkengang gaan we over Sicilië en passen ons ritme aan aan het weer. ’s Morgens vertrekken we met een strakblauwe lucht, rond twaalf uur neemt de bewolking toe. Kort daarna stapelen de wolken zich op en gaan er steeds dreigender uitzien.
Als we in Cinisi de eerste druppels voelen zoeken we snel een overdekt terras op. Niets te vroeg want even later volgt een onweersbui, door de vele regen stroomt het water door de straat en drijven de sinaasappels mee die uit de bomen zijn geregend. Tussen de buien door zoeken we een onderkomen op want fietsen tijdens onweer doen we liever niet.
We laten ons verrassen met de mooie kust, de dorpen, steile bergwanden en de fantastische uitzichten.
Van twaalf tot drie hebben we Sicilië voor onszelf, in de dorpen is alles gesloten en de wegen zijn stil. ’s Avonds worden deuren en luiken weer geopend en komt alles weer tot leven maar dan hebben wij onze ‘luiken’ al weer gesloten.



