Met gemengde gevoelens kijken we terug op onze eerste fietsdagen in Servië.
Uitreis Hongarije met paspoortcontrole, tien meter verder inreis Servië met paspoortcontrole. Door een sluis met aan beide kanten een poort, hoge hekken en rollen prikkeldraad fietsen we Servië binnen. In de buurt van het eerste Servische dorp zien we enkele mannen met tasjes richting grens lopen. Wie weet waar naar toe want je kunt niet verder en er is verder niets. Of lijken de verlaten gebouwen minder verlaten en hebben ze een andere bestemming gekregen?

Met tegenwind, over een drukke weg door een landschap dat niet echt boeit trappen we stug door.
We denken een overnachtingsplaats gevonden te hebben bij ene Emma maar Emma lijkt spoorloos. Berichten worden niet beantwoord, telefoonnummer is niet beschikbaar, adres onbekend, in mineur staan we midden in Ada te dubben wat we gaan doen. Ondertussen komt een Serviër bij ons staan, eerst worden onze fietsen kritisch bekeken en dan wijst hij naar een hotel dat achter ons staat. Hij heeft waarschijnlijk al begrepen waar we naar op zoek zijn. Een kamer is vlot geregeld en de fietsen mogen in de feestzaal waar volop wordt gewerkt aan de voorbereidingen van een bruiloft.
Om negen uur ’s avonds ontvangen we een berichtje van Emma: ” Sorry, ….. de app werkte niet goed”. Voor ons blijft het vaag, onze berichtjes laat ontvangen zou kunnen maar hoezo dan geen telefonisch contact en goed adres???
Gelukkig hebben we weer een nacht prima geslapen en zijn benieuwd hoe we Servië nu gaan ervaren.

Het is de eerste keer tijdens een fietstocht dat we erg moeten wennen aan een land. Er zijn niet veel wegen, dus daar is het druk en voor zover we kunnen zien er zijn geen alternatieven om deze te ontwijken.
Vandaag lijkt de weg rustiger, we komen door dorpen waar meer leven is en we worden regelmatig begroet. We fietsen over het platteland van Servië dat vooral erg plat is met heel veel land. Oneindige velden met mais en graan afgewisseld met zonnebloemen. In de zomer moet dat een geweldig mooi gezicht zijn al die gele graan- en zonnebloemvelden, nu eind september na de oogst moeten wij het doen met de stoppels en lege akkers.
We hebben een dag flink door kunnen fietsen en minder last van het verkeer gehad.
Als het gaat om afvalverwerking dan hebben de Serven beslist nog een inhaalslag te maken. We zien een gigantische afvalberg maar ook vuilstorten op plaatsen die daar waarschijnlijk niet voor bedoeld zijn. De bermen liggen vol rommel en bij woningen wordt alles onder het vloerkleed geveegd door een gat te graven, rommel erin en zand erover.


Een ritje van vijftig kilometer naar Belgrado wordt er uiteindelijk een van zevenenzeventig kilometer. We zijn koud anderhalve kilometer op weg als Lilian bedenkt dat de regenjassen nog in de kast op de hotelkamer hangen. Daar hebben we ze ’s avonds na aankomst ingehangen om te laten drogen. Een kast die mooi is weggewerkt in de lambrisering, mooi om over het hoofd te zien. Toch maar even omkeren, ook al is het bagage die je liever niet wil gebruiken, de regenjassen zijn onmisbaar.
Na een tweede start komt de keuze: over de weg of over de dijk? Het zandpad over de dijk ziet er goed uit, na de flinke regenbui van vannacht is het zand mooi hard.
Het wordt de dijk maar het zand blijkt klei waarvan de bovenlaag door de regen lekker smeuig is! Langzaam rollen er extra laagjes op onze banden, het voelt als fietsen door stroop totdat er zoveel klei is opgehoopt tussen wiel en spatbord dat het wiel niet meer draait. De klei die er vanaf komt is genoeg om er een potje van te maken.
Na zestien kilometer kleien is er een gelegenheid om weer op het asfalt te komen, het verkeer nemen we dan maar voor lief.
Toch zou er een alternatief moeten zijn volgens de GPS. We fietsen een dorp in wat niet eens dorp genoemd kan worden. Grauwe woonblokken en verder niets behalve een ontzettend grote boerderij waar ons alternatief ophoudt bij de slagboom. De portier wijst ons de weg naar Belgrado, tja die weg kennen we, er zit niets anders op dan omkeren.
Even verderop lijkt er nog een andere mogelijkheid te zijn, enthousiast slaan we de zijweg in om na zes kilometer in te zien dat ook dit op niets uitloopt. Weer een complex met grauwe woonblokken en weer een ontzettend grote boerderij, van hetzelfde bedrijf.
Voor de derde keer deze dag draaien we om, zo komen we wel aan extra kilometers. We zoeken de weg weer op waar het ondertussen alleen maar drukker is geworden en nog drukker wordt naarmate we Belgrado naderen. De focus ligt op tegenliggers die inhalen en daarbij lekker de ruimte nemen, de vrachtwagens die je de berm in blazen en auto’s die rakelings voorbij komen. De vele monumentjes in de berm geven ons ook niet veel vertrouwen. Nu maar duimen dat we zelf niet als bermmonumentje eindigen.
Vijftien kilometer voor Belgrado loopt er een wandel- fietsstrook waar we dankbaar gebruik van maken. Dat maakt het een beetje draaglijker maar nu ligt de focus op het mijden van kuilen en bulten. Op de weg naast ons is het op kruispunten een chaos waar het recht van de brutaalste geldt. Langs de weg neemt de rommel alleen maar toe.

Zonder kleerscheuren komen we in Belgrado aan. Nu nog een bed regelen en dan voor vandaag een laatste ritje door de verkeersdrukte.
Als we voor ons overnachtingsadres staan komt Goran, onze gastheer, op zijn step naar het appartement met een tas schone was. Of we het geen probleem vinden om nog een uur in de stad rond te lopen. Anna uit Brazilië is haar spullen aan het pakken en dan kan hij alles in orde maken voor ons. Prima, als de fietsen en bagage maar vast naar binnen kunnen. In het donker blijven we voorzichtig in de buurt van het appartement rondzwerven, morgen bij daglicht gaan we wel verder.
De drukke wegen, de snelheidsduivels, het gebrek aan alternatieve wegen, wegen die doodlopen in dorpen maken het fietsen in Servië voor ons niet aantrekkelijk.
Tijd voor een dag rust, tijd om ons te bezinnen over Servie.

