Een chaotische ochtend met verrassende wendingen die begint als we om zeven uur naar de kade racen voor de veerboot van kwart over zeven. Er staan al verschillende campers en een enkele vrachtwagen in de rij te wachten. Al in de rij? Nog steeds in de rij!

We fietsen door naar de kade maar helaas is er nog niets veranderd in de situatie en daar lijkt voorlopig ook weinig verandering in te komen. Hoopvol wachten we toch nog een uur met twee andere fietsers maar tevergeefs, morgen weer een nieuwe kans.
Wat doen we, de weg over land nemen van een kleine tweehonderdvijftig kilometer, weer om het fjord heen en een stuk drukke E6, of nog een nacht in Holm en morgen met de veerboot?
De minnen zijn in de meerderheid, kortom: ‘Ga terug naar start, ontvang geen ……’
Ons tentje zetten we op dezelfde plaats waar het drie uur geleden ook nog stond en zoeken dan de warme keuken op voor koffie. Ondertussen wordt het fietsgezelschap langzaam uitgedund: twee Nederlanders met fietsen en camper zijn al verder gereden, de Duitser uit Ulm rijdt met zijn Duitse campingburen mee. Zo blijven we achter samen met onze Duitse vriend die ondertussen een naam heeft, Michael, en als een echte vriend voelt.
De vorige avond zaten we met ons kleine fietsgezelschap nog druk te overleggen welke kleding we het beste aan zouden kunnen trekken de volgende dag. Er is voor de hele dag regen voorspeld en een temperatuur van dertien graden, verschillende kledingcombinaties worden gewikt en gewogen. In plaats daarvan overleggen we nu in ons uitgedunde fietsgezelschap wat we met de inkopen doen. De dichtstbijzijnde supermarkt waar we op hebben gerekend ligt nu onbereikbaar aan de overkant van het water. De enige andere mogelijkheid is de supermarkt ‘om de hoek’, vijftien kilometer terug langs het fjord en weer vijftien kilometer heen naar de camping. Wie fietst, wie kookt, wat moet er worden gehaald, totdat de keukendeur open gaat en wij het aanbod krijgen om mee te rijden naar Fauske van een Grote Vriendelijke Reus. Tiemo, onze Duitse camping- overbuurman van maar liefst twee meter en vijf centimeter, en zijn vrouw Bianca hebben nog ruimte voor twee personen en twee fietsen met bagage.
Het voorstel klinkt heel aanlokkelijk maar tegelijkertijd willen we Michael niet alleen achter laten, we staan voor een dilemma. Michael is heel duidelijk: “Ik reis alleen, neem het aanbod gerust aan”. Dan is het besluit snel gemaakt ondanks dat het ons zwaar valt om afscheid te nemen van Michael. Er worden nog snel contactgegevens uitgewisseld, we spreken af om contact te blijven houden en dan pakken we voor een tweede keer deze ochtend de spullen bij elkaar. De fietsen en bagage worden verdeeld over bus en caravan.

In een droge auto met comfortabele stoelen rijden Tiemo en Bianca rustig over de drukke E6 en laten wij de grijze, natte kilometers voorbij glijden. In de haast hebben we de afstand duidelijk onderschat, wat op de kaart een paar uur rijden leek wordt uiteindelijk een lift van vijfhonderdvijftig kilometer naar Fauske. In een dag zijn we opeens in de buurt van de Lofoten, goed voor vierhonderdvijftig fietskilometers, goed voor een week fietsen. We hebben ongetwijfeld mooi gedeeltes van de kust gemist maar we pikken nu wel de fjell bij de Poolcirkelgrens mee.


In Fauske nemen we afscheid van elkaar en wie weet ontmoeten we elkaar nog op de Lofoten. Wij gaan van zuid naar noord, Tiemo en Bianca vanaf Narvik van noord naar zuid.
