3 juli 2021


De plaatsen die op de kaart met stip of vlek staan aangegeven beloven heel wat maar dat valt vaak tegen. Er is weinig of niets te vinden, wij zijn dan al blij als er een supermarkt is. De grotere plaatsen zien er niet erg aantrekkelijk uit, vaak met een fantasieloos centrum wat lijkt op een winkelcentrum in een nieuwbouwwijk uit de jaren zeventig. De jongeren proberen het gezelliger te maken door in het weekend met auto’s samen te komen. Een bonte verzameling aan wagens komt dan tevoorschijn.


Wat een tegenstelling met de bebouwing en sfeer die we buiten de bebouwde kom tegenkomen. Houten huizen die warmte uitstralen, klein of groot: rood geverfd met witte kozijnen. Maar dat rood kan ook zomaar geel of groen, blauw of bruin of gewoon wit zijn. Of gewoon geen kleur door een achterstallige schilderbeurt van twintig jaar of langer.
Zweden lijkt dan wel een groot vakantiepark.

Op onze weg naar het noorden houden we de E45 als leidraad aan. Toch proberen we daar zo veel mogelijk bij vandan te blijven en kiezen voor rustige wegen en paden. Tot nu toe lukt dat aardig met kaart en GPS en vals plat omhoog is ook omhoog maar na twee intensieve dagen klimmen met steile stukken voelt het als een rustdag waarbij we toch kilometers vooruit maken. We fietsen vijfenvijftig kilometer over een oude spoorlijn en aan het einde van de middag besluiten we nog een stuk door te fietsen. De moeite waard als we op een heerlijk rustige camping aan een rivier een plaatsje vinden.

Na de spoorlijn van gisteren fietsen we de eerste kilometer vanaf de camping heerlijk vlak en dan: “Bam”, we mogen er weer tegen aan en trappen over een grindweg heel wat hoogtemeters weg. Gelukkig is de omgeving super mooi en hebben we fantastisch weer. Bossen, meren en verder niets of niemand, uit voorzorg is het theekannetje naar koffiekannetje gepromoveerd en mag de thee in een nieuwe kan. Iedereen blij vooral omdat we niets tegenkomen vandaag.