29 juni 2021

Ondanks dat we maandag op tijd vertrekken verlaten we uiteindelijk pas om half twaalf Goteborg. Allereerst gaan we bij de fietsenzaak langs die we al eerder hebben gezien en waar we een nieuwe fietspomp vinden die aan alle eisen voldoet: klein en toch veel lucht geven. Deze aanschaf hopen we zo weinig mogelijk te gebruiken.
Vervolgens gaan we naar het centrum op zoek naar een telefoonhoesje en een landkaart van Zweden. Een hoesje kan worden besteld via internet en morgen opgehaald, daar gaan we niet op wachten. Voor een landkaart lopen we van de ene boekhandel via een buitensportzaak en toeristeninformatie naar de volgende boekhandel en alles daartussen waarvan we denken dat ze wel eens kaarten zouden kunnen verkopen. Als we bij de laatste boekhandel worden verwezen naar de allereerste is de cirkel rond en geven we het op.
Als we de stad uit fietsen komen we langs een benzinestation. En jawel hoor, ergens uit een lade wordt een kaart opgediept die we zo mee mogen nemen.

In de vorige eeuw gebruikten we alleen maar kaarten om op te fietsen. Soms verregend en geplakt totdat de watervaste versies verschenen. In het digitale tijdperk zetten we de mobiele telefoon in. Wanneer we alleen digitaal navigeren worden onze twee telefoons afwisselend gebruikt. De ene keer om te voorkomen dat ze oververhit raken in het waterdichte stuurhoesje als de zon schijnt, de andere keer als de ene leeg is.
Met kaart en telefoon werkt het prettigst: Lilian houdt het overzicht, Ties bekijkt de details en we redden het met de batterij. In het begin was het wel even wennen en fietsten we veel ‘nee’ weggetjes in: ‘nee’ terug, ‘nee’ toch naar links of rechts, ‘nee’ eentje verder, ‘nee’ draai maar om.

Ondertussen houden we het om zes uur en na honderd kilometer voor gezien. De campings die ons worden beloofd op de kaart zijn er niet of nog eens dertig kilometer verderop. We spreken een man aan die erg behulpzaam is en voor ons een hut probeert te regelen. Twee telefoontjes en een half levensverhaal verder gaat de hut niet door maar stuurt hij ons naar een hotel. Helemaal goed, de fietsen mogen in het magazijntje van de winkel staan onder het wakend oog van de receptioniste en wij slapen weer eens in een echt bed.

Gelukkig zijn er een heleboel aardige, vriendelijke, behulpzame Zweden, op eentje na dan …
Vandaag zien we een bord langs de weg waar koffie en huisgemaakte taart wordt aangeboden. Daarvoor moeten we wel even vijfhonderd meter een zandpad inrijden. Bij een splitsing kiezen we voor het linker pad en bij het laatste huis belt Lilian aan. Met een man die enkel Zweeds spreekt en Lilian die geen enkel woord Zweeds spreekt volgt een ongemakkelijk gesprek, kijken elkaar vervolgens hulpeloos aan en nemen dan weer afscheid. Het pad naar rechts levert wel koffie en taart op: een caravan met zelfbediening, alles staat kant en klaar, wij kunnen uitkiezen en het geld stoppen we netjes in het varkentje.

Het fietsen gaat vandaag voor de wind, van de heuvels die we tegenkomen zit de ene helft tegen en de ander helft mee. Vandaag vinden wel een bestaande camping zonder te veel extra kilometers te maken.
Met het scheenbeen van Ties gaat het iedere dag een stukje beter dankzij de Franse zalf: Merci beaucoup monsieur Karate!!!